Geweld op de televisieAlbert Drewes, 4e klas HAVO, 1998 |
||
Inleiding documentatiemap: Geweld en Televisie
Aanleiding: Het onderwerp van deze documentatiemap is : Geweld op de televisie. Ik ben daarop gekomen doordat het de laatste tijd (dec. 1997) veel in het nieuws is. De televisiezenders geven het tegenwoordig ook aan of iets geschikt is voor kinderen of niet. Ikzelf kijk redelijk veel televisie, en ondervind niet veel last van geweld op de televisie. Maar omdat het volgens het nieuws wel ernstig is, lijkt het mij leuk om het te onderzoeken en uit te vinden wat erover dit onderwerp te doen is.
Probleemstelling:
HYPOTHESE:
Indeling documentatiemap: In hoofdstuk 2 kijken we naar de kinderen en de televisie. Duidelijk wordt waarom kinderen televisie kijken. De televisie heeft nameljik meerdere functies. Verder gaat het over de hoeveelheid dat er TV gekeken wordt, en hoe kinderen televisie kijken. In hoofdstuk 3 komen we dan aan bij de invloed van de televisie. Wat doet het geweld op de televisie met kinderen, en zijn er uitwerkingen te constateren? In hoofdstuk 4 kijken we naar wat we met geweld op de televisie kunnen doen. Er worden waardevolle handelswijzen gegeven, en er wordt aangegeven wat er al aan het geweld op de televisie gedaan wordt. De eindconclusie zal het geheel afsluiten en zo goed mogelijk proberen te antwoorden op de onderzoeksvraag.
Bedankt ... Albert Drewes. Inhoudsopgave:
1. Geweld op de Televisie
1.1 Inleiding hoofdstuk een.
1.2 De televisie.
ZWORYKIN,Vladimir (1889-1982). The Russaian-born
inventor and electronics engineer Vladimir Zworkykin is
called the father of television. De echte gedachte voor het uitvinden van de televisie ontstaat in 1884. Van af die tijd wordt er steeds op die gedachte voortgeborduurd:
The origins of television date back to 1884, when a
German engineer named Paul Nipkow discovered
television's scanning principle. He demonstrated that
light intensities of small portions of an image can be
succesivelly analyzed and transmitted. His invention
was a rotating disk with holes in a spiral pattern. Toch was Zworykin de eerste die patent aan vroeg op het idee van een televisie:
Zworykin patented an all-color electronic television
system in 1925. Hierna is er aan de televisie natuurlijk van alles verbeterd en aangepast. Maar het idee is bij namen als Zworykin, Nipkow Baird begonnen. Toch werd pas na de Tweede Wereld Oorlog de televisie pas ontdekt door het publiek:
In spite of all these successes, television did not
come into its own as a medium untill 1948. Since then,
television has a tremendous influence on industrialized
societies. As a source of news and entertainment, it is
the centerpiece of the expanding market of consume
electronics.
1.3 Indicatie van geweld op de televisie.
Samengevat komen de wetenschappelijke bevindingen over
het verband tussen televisie en geweld op het volgende
neer: Het geweld op het scherm is de laatste jaren
toegenomen, er worden meer geweldfilms getoond en het
geweld wordt harder en realistischer. Men kan spreken
van een opbod omwille van de kijkcijfers. Het minste
wat men mag stellen is dat geweld (bepaalde) mensen
aaanspreekt. In het boek 'Door de buis genomen', komt een onderzoek van Bouwman en Stappers aanbod wat aangeeft hoeveel geweld er op de televisie is:
Afgaand op een studie van Bouwman en Stappers waarin
eenzelfde analysetechniek werd gehanteerd, doet het
geweldaanbod op de Nederlandse televisie nauwlijks
onder voor dat van de grote Amerikaanse networks. Zij
becijferden dat er tijdens de druk bekeken uren (20.00-
22.30 uur) eenmaal per kwartier een geweldactie wordt
uitgezonden. In de kinderprogramma's uitgezonden voor
20.00 uur kwam het meeste geweld voor; om de vier
minuten was het raak. Ook andere inhoudsanalyses
suggereren dat juist de kinderprogramma's veel geweld
bevatten. Zo kwamen Wiegman, De Vries en Gutteling tot
de bevinding dat in het 'kinderuurtje bij uitstek'
(18.30-19.30 uur) van een ware agressiepiek sprake was. Het boek waaruit ik het vorige citaat heb gehaald geeft echter ook meteen commentaar op de bevindingen van de onderzoekers:
Alvorens te besluiten dat omroepen weinig rekening
houden met kinderen, moet bedacht worden dat de
aangehaalde onderzoekingen stellig voor kritiek vatbaar
zijn. Een belangrijk bezwaar is dat de filmacties
ge‹soleerd op geweld worden beoordeeld, zonder rekening
te houden met de context waarin de actie plaats vindt
of het soort film waarvan sprake is. Serieus geweld in
een realistische film wordt even zwaar gesteld als
komisch geweld in een film die door niemand serieus
genomen wordt. Zo wordt een koelbloedige moord in 'Onze
Ouwe' gelijkgesteld aan een brutale klap waarmee
tekenfilmkat Tom het volume van zijn tegenstrever Jerry
tijdelijk verkleint. Door het hierboven genoemde komen kinderseries vaak als gewelddadig uit de bus, omdat in de programma's voor kinderen veel 'agressieve' komische cartoons en lachfilms voorkomen. Het geeft dus een iets vertekend beeld, wat niet weg neemt dat er dus wel veel geweld op de buis is te zien voor kinderen. Ook de Nederlanders zelf vinden dat er teveel geweld te zien is op de televisie:
Een meerderheid van de Nederlanders vindt dat er teveel
geweld op de televisie wordt vertoond. Men vindt dat de
diverse metaalproducten moeten worden gekeurd en
voorzien van een schadelijkheids-keurmerk. Dit blijkt
uit een grootschalig onderzoek, dat de vakgroep
Psychologie van de Universiteit Twente, onder leiding
van prof. O.Wiegman, heeft verricht in samenwerking met
het Ministerie van Justitie.
1.4 Wat is geweld?
Aanbod van televisie geweld.
Het vorige citaat is vooral gericht op het algemene. Voor een
definitie/omschrijving meer gericht op kinderen, heb ik het nu
volgende citaat gevonden:
1.5 Conlusie hoofdstuk een.
2. Kinderen en de televisie.
2.1 Inleiding hoofdstuk twee.
2.2 De functie die de televisie heeft.
Ontpanningsfunctie Een volgende functie van de televisie is de informatieve functie:
Informatieve functie Naast de informatieve functie en de (ont)spanningsfunctie is er ook nog een derde functie, de sociale functie:
Sociale functie Peter Nikken is het in zijn boekje hier helemaal mee eens, alleen voegt hij er nog een vierde functie aan toe:
Gezelligheid Dat dit niet allesomvattend is geeft Peter Nikken in het zelfde boekje aan:
Natuurlijk zijn er meer redenen waarom kinderen
televisie kijken. Voor sommige kinderen brengt de
televisie niet alleen ontspanning, maar is het een
vluchtmiddel om ruzies met vriendjes of thuis te
vergeten. De televisie is direct onder handbereik en er
valt altijd wel wat te kijken. Televisie aan, verstand
op nul en de beelden over je heen laten komen is soms
heel verleidelijk.
2.3 Kijken kinderen veel televisie?
Niemand kon veertig jaar geleden vermoeden welke
veranderingen het 'nieuwe speeltje' in het gezinsleven
teweeg zou brengen. Televisiekijken werd al snel een
van belangrijkste vrijetijds 'activiteiten'. Door de
jaren heen zijn kinderen geleidelijk steeds meer gaan
kijken. Hun gemiddelde televisiekijktijd liep op van
een paar minuten per dag in de jaren zestig tot
ongeveer ‚‚n uur per dag in de jaren tachtig. Maar
verreweg de grootste vlucht in de kijktijd heeft de
laatste tien jaar plaatsgevonden. Sinds de
zendtijduitbreiding van de publieke omroepen en de
komst van RTL 4 in 1989 is de kijktijd van kinderen
bijna verdubbeld. Op dit moment (in 1997) zitten
kinderen van 6 tot twaalf jaar gemiddeld twee uur per
dag voor de buis. Daarbij heeft Patti Valkenburg het nog niet eens over RTL 5, Veronica en SBS 6. Die naar mijn mening tegenwoordig (1998) voor kinderen nog veel interessanter zijn dan het 'saaie' RTL 4.
2.4 Hoe kijken kinderen televisie?
Televisie kijken is werk. Het kost moeite en moet
geleerd worden. De meeste volwassenen zijn zulke
geroutineerde kijkers dat ze er niet meer bij stilstaan
dat er heel veel gedecodeerd moet worden voordat uit
een serie bewegende plaatjes achter glas iets zinnings
op te maken valt. Die problemen zijn:
Naar mate kinderen ouder worden gaan ze beter
onderscheid maken tussen echte en niet-echte
gebeurtenissen op televisie en tussen verschillende
programmagenres. Ook kleuters weten al heel snel dat
het Journaal een serieus programma is en dat wat ze
daarin zien echt is. En de andere programma's zijn voor
hen duidelijk fantasie. Zo weten kleuters ook een
onderscheid te maken tussen een tekenfilm en een
programma waarin echte mensen spelen. De eerste is niet
echt, de tweede wel, dat kun je zo zien. Het is dus duidelijk dat kinderen die met de televisie opgroeien een behoorlijk proces doormaken.
2.5 Conclusie hoofdstuk twee.
Als het gaat om de hoeveelheid tijd dat er televisie wordt gekeken, is het zo dat in 1997 kinderen van 6 tot 12 jaar ongeveer twee uur per dag voor de televisie zitten. Door de jaren heen is de televisie dus steeds meer zijn plaats gaan in nemen in de vrijetijds besteding van kinderen. Kinderen die met de televisie opgroeien blijken een leerproces te ondergaan. Vanaf dat ze in de wieg liggen doen ze er tot ongeveer hun vijftiende over om alles op de televisie te kunnen begrijpen en plaatsen. 3. Heeft de televisie invloed?
3.1 Inleiding hoofdstuk drie.
3.2 De televisie be‹nvloedt kinderen.
Kindertjes ziek na zien tekenfilm. Geweld op de televisie blijkt ook agressie te bevorderen. Een studie van de heer Van der Voort laat dat zien:
Volgens een studie van Van der Voort kan het vaak zien
van geweld de volgende negatieve gedragseffecten
oproepen. In de eerste plaats kan het zien van geweld
agressie bevorderen, een effect waarnaar het meeste
onderzoek is gedaan. Met name kunnen kinderen van
geweldfilms nieuwe vormen van agressief gedrag leren,
en kan het hen ook op nieuwe idee‰n voor agressieve
handelingen brengen waarop zij zonder de televisie niet
gekomen zouden zijn. Ook kan televisiegeweld agressie
stimuleren doordat het remmingen voor dat soort
gedragingen vermindert, of door de opwinding die het
zien van dat soort beelden teweeg kan brengen. Het schijnt echter niet zo te zijn dat dit altijd zo is. Het boek van Berding, geeft op dezelfde bladzijde nog de volgende aanvulling: De invloed op agressief gedrag is allesbehalve een wet van Meden of Perzen. Of televisiegeweld invloed heeft en wat de aard van die invloed is, is afhankelijk van een reeks factoren. In de eerste plaats hangt de invloed van het televisiegeweld van het soort geweldbeelden af. De ene geweldfilm is de andere niet. Zo zal een een geweldserie als 'Holocaust' eerder positieve effecten -een grotere afkeer van antisemitisme bijvoorbeeld- dan negatieve effecten oproepen. Films die volgens kinderen een realistisch beeld van de werkelijkheid geven en waarin het gebruik van geweld gerechtvaardigd en beloond wordt, verhogen eerder de agressie. Hetzelfde geldt voor films met een opwindend karakter. Daarnaast is de invloed afhankelijk van het kind dat er naar kijkt. Kinderen die zichtbaar behagen scheppen in het geweld dat zij op televisie zien, worden gemakkelijker negatief be‹nvloed dan kinderen die geschrokken het hoofd afwenden. Ook de leeftijd van het kind speelt een rol. Met name jonge kinderen missen nog goeddeels het vermogen wat ze zien op waarde te schatten waardoor het impact televisiefilms vermoedelijk wordt verhoogd. Tenslotte is de leefomgeving van het kind, met name van het gezin, van groot belang. Kinderen uit gezinnen waarin de ouders met woord en daad een negatieve instelling ten opzichte van het gebruik van agressie uitstralen , blijken minder vatbaar voor de negatieve invloed van televisiegeweld te zijn. (Berding,1991,blz 20) In dit citaat worden een aantal punten genoemd die er voor zorgen dat geweld op de televisie ook daadwerkelijk invloed heeft. In het boek 'geweld genoeg' staan ook nog een paar factoren die ervoor zorgen dat geweld invloed heeft:
Zo zal agressie vlugger optreden als...
-de vertoonde beelden aansluiten bij de concrete
ervaringswereld van het kind of de film ervaren wordt
als 'Šcht' en geloofwaardig. De leeftijd van het kind
speelt hier een belangrijke rol: jonge kinderen (tot
een jaar of acht, negen) hebben het lastiger om fictie
van realiteit te onderscheiden.
-het kinderen of jongeren zijn die zich graag
identificeren met de 'sterkste' partij. Dit geldt des
te meer als de held(en) bovendien nog beloond worden
voor hun gedurfd verbaal en/of fysiek geweld.
-de jonge kijker meer overtuigd raakt van het idee dat
je met geweld vooruit komt en dat agressie een goede en
aanvaardbare manier is om problemen of geschillen op te
lossen.
-de toeschouwer of kijker meer plezier beleeft aan het
zien van gewelddadige beelden of situaties. Een
dergelijk sadistisch genoegen roept vragen op en wordt
ons inziens beter niet aangemoedigt. Kort samengevat komt het er dus op neer dat de invloed van televisiegeweld afhangt van meerdere factoren namelijk:
Naast agressie kan televisiegeweld echter nog meer invloed uitoefenen:
Prosociaal gedrag Naast de agressivietijd en de neiging tot verminderen van prosociaal gedrag, is er nog iets voor de hand liggends dat door geweld op de televisie wordt opgewekt. Namelijk angst:
Tenslotte kan het zien van geweld angstreacties en
nachtmerries veroorzaken. Dit effect wordt vaak door
ouders genoemd op de vraag wat het zien van
televisiegeweld bij kinderen teweegbrengt. In de
literatuur wordt aan dit effect weining aandacht
besteed, maar we kunnen aannemen dat geweldfilms sterke
angstreacties op kunnen roepen. En dan hoeven we niet
alleen te denken aan uitgesproken griezelfilms, want
bij peuters en kleuters kunnen op het eerste oog
onschuldige tekenfilms reeds tot angstreacties leiden. Het komt er dus op neer dat de televisie meerdere invloeden heeft. Er worden genoemd:
Wat ze, (de kinderen in die 23 landen, na het zien van
geweld op de televisie) dan krijgen zijn natuurlijk
inderdaad vaak gewelddadige helden die hun voormaken
dat geweld eigenlijk leuk is, dat het loont dat het
beloond wordt, is een van de conclusies van deze
studies. En dat het eigenlijk goed is om zelf ook
gewelddadig en agressief te zijn. De meeste kinderen
geloven dus ook inderdaad dat geweld een goed middel is
om hun eigen problemen op te lossen, om status te
bereiken, of om lol te hebben. Verder kwam er uit het onderzoek dat het ook uitmaakt, net als Berding zegt, in wat voor leefwereld de kinderen leven. Het bleek dat kinderen in crisis-gebieden meer be‹nvloed worden door de televisie als kinderen in veilige landen. Patti Valkenburg die verbonden is met de vakgroep Communicatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam, heeft veel onderzoeken over geweld op de televisie geanalyseerd. Zij concludeerdt het volgende:
Uit allerlei onderzoek, dat Valkenburg heeft
geanalyseerd, blijkt dat televisiegeweld agressief en
asociaal gedrag kan stimuleren en kinderen
onverschilliger kan maken voor geweld in hun omgeving.
In tv-programma's is geweld vaak het enige middel om
conflicten tussen mensen op te lossen. "Of kinderen het
geweld overnemen hangt ondermeer af van de vraag of
degene die het doet, aantrekkelijk is." Niet ieder kind
is trouwens even gevoelig voor de invloed van tv-
geweld. "Het effect op jongere kinderen is groter.
Jongens worden eerder be‹nvloed dan meisjes. Kinderen
die niet van geweld houden, zullen ook niet graag naar
tv-geweld kijken. Verder blijkt uit de onderzoeken dat
kinderen uit gezinnen waar problemen woren opgelost met
fysiek geweld, ontvankelijker zijn voor tv-geweld."
3.4 Conclusie hoofdstuk drie.
4. Wat moeten we doen met geweld op de televisie?!
4.1 Inleiding hoofdstuk vier.
4.2 Hoe kunnen negatieve effecten van de televisie worden
tegengegaan?
De effectiefste manier om negatieve gevolgen van
televisiegeweld tegen te gaan is natuurlijk de
uitzending van dit soort programma's te beperken. Dit
is niet eenvoudig want de productie van geweldfilms
gaat gepaard met grote commerci‰le belangen.
Geweldfilms zijn relatief goedkoop te maken en zijn
verzekerd van een groot publiek. Daarom zullen ze
altijd blijven bestaan. Toch zouden programmamakers met
weinig moeite mee kunnen werken aan het vermijden van
de grootste risico's.
Er ligt dus een verantwoordelijkheid bij de film- en media-
makers.
4.3 De politiek bemoeit zich met het geweld op de televisie.
In Nederland bestaan op dit moment twee wettelijke
regelingen om kinderen te beschermen tegen negatieve
effecten van televisieprogramma's. In de eerste plaats
is er de Wet op de Nederlandse Filmkeuring, die erop
toe ziet dat bioscoopfilms of films die op televisie
worden uitgezonden geschikt zijn voor jeugdige kijkers.
Het label 'AL' bij een film betekent dat de film
geschikt is voor alle leeftijden; de labels '12' en
'16' betekenen dat de desbetreffende film niet geschikt
is voor kinderen jonger dan twaalf respectievelijk
zestien jaar. Maar dit is niet het enige, de overheid doet meer: Minister W. Sorgdrager (Justitie) en E. Terpstra (Welzijn) en minister Nuis (Cultuur) zijn samen bezig om met de wet het geweld op de televisie tegen te gaan. In DE TELEGRAAF stond daarover het volgende:
De drie betrokken bewindslieden Terpstra (Welzijn),
Nuis (Cultuur) en Sorgdrager (Justitie) werken aan een
wijziging van de Mediawet. Daardoor zouden gewelddadige
films, voor boven 16 jaar, niet voor tien uur 's avonds
op de tv vertoond mogen worden. Nu is die grens negen
uur. Ook wordt overlegd over een nieuwe leeftijdsgrens
van 7 jaar. Naast deze aanscherpingen van de Mediawet zijn er ook nog andere dingen die het geweld op de televisie tegen moeten gaan. Zo bestaat er tegenwoordig een geweld-chip die moet voorkomen dat geweldbeelden worden getoond op de televisie: Aangezien het neo-liberale denken blijkbaar een beroep op de ouderlijke verantwoordelijkheid uitsluit, heeft minister van justitie bedacht dat het televisietoestel dan maar de taak van opvoeder op zich moet nemen. In alle televisie apparaten moet in de toekomst een zogenaamde geweld-chip worden ingebouwd, die mits geactiveerd, de televisie uitschakelt als er geweld te zien is. Het is natuurlijk van uit de Verenigde Staten komen overwaaien, het idee dat een chip garant kan staan voor het zedelijk leven van de tv-kijkende jeugd. (Driehuijs,april 1997) Deze chip zou heel mooi kunnen zijn, maar in het zelfde artikel iets verder wordt hij alweer de grond in geboord:
Het inbouwen van een geweld-chip is niet de oplossing
voor, maar juist de ontkenning van het probleem.
Sorgdrager zou er beter aan doen om, samen met
staatssecretaris Aad Nuis en de omroepen en de
kabelexploitanten, een gedragscode op te stellen voor
het uitzenden van geweld op uren dat er veel kinderen
tv kijken. Dit zal echt wel niet passen bij het beeld
van een terugtredende overheid, wat toch het
wezenskenmerk van Paars lijkt te zijn. De filmkeuring
is immers ook al afgeschaft. Hoe dan ook, een chip die
door de ouders geactiveerd moet worden zodat, terwijl
zij zich op werk of andere zaken richten, de opvoeding
gewoon door kan gaan, is geen oplossing. Aangezien het
juist de kinderen zijn die als geen ander verstand
hebben van de huidige stand van de techniek, is het
zeker niet ondenkbaar dat zij aan hun ouders uit zullen
moeten leggen hoe de chip geactiveerd moet worden. Het
de-activeren is dan letterlijk kinderspel.
4.4 Wat doen en kunnen ouders.
Ouders geven aan dat ze meekijken met hun kinderen belangrijk vinden. Dit is te zien in het volgende tabelletje: (tabel ontbreekt) (Berding,1991,blz 27) Uit deze tabel blijkt dat als kinderen ouder worden, de ouders het minder belangrijk vinden om mee te kijken. Opmerkelijk is dat het percentage ouders dat meekijkt voor elke leeftijd redelijk stabiel is. Patti Valkenburg geeft in haar boek een aantal tips die goed kunnen gebruikt worden om kinderen te beschermen tegen het geweld op de televisie: In een lijst van televisieregels kunnen bijvoorbeeld de volgende punten worden opgenomen:
Zulke tips zijn goed te gebruiken bij het samen zoeken naar het juiste gebruik van de televisie. Alleen denk ik dat als je tv-programma's gaat verbieden ze extra 'interessant' zullen zijn om stiekem toch te kijken. Naast deze tips vindt ook Patti Valkenburg het meekijken naar de televisie erg belangrijk:
Negatieve effecten van televisiegeweld kunnen worden
verzacht of zelf opgeheven als ouders samen met hun
kinderen televisie kijken en op de juiste manier
commentaar op geweldprogramma's geven. Als een kind
naar een geweldprogramma kijkt samen met een volwassene
die het geweld afkeurt, wordt de invloed van het
programma tegengegaan. Als een kind echter naar een
geweldprogramma kijkt met een volwassene die een
positieve houding heeft ten aanzien van geweld -en deze
tijdens het kijken ventileert- wordt zijn agressie
juist aangewakkerd. Ook voor het meekijken heeft Patti Valkenburg een paar goede aanwijzingen: Drie handelwijzen zijn belangrijk tijdens het kijken:
4.5 Conclusie hoofdstuk vier.
Er is gebleken dat de overheid zich wel degelijk bemoeit met het geweld op de televisie. Er wordt gesproken over een geweld-chip die moet voorkomen dat geweldscŠnes op de televisie niet worden vertoond. En er is zelfs al sprake van een chip die grof taalgebruik moet opsporen en voorkomen. (Van deze laatste chip heb ik alleen nog maar horen zeggen, er zijn dus geen bronnen voor, maar het bewijst wel dat eraan gewerkt wordt.) Ook zijn er wetten die het geweld aan banden legt. Verder blijkt het dat de ouders van kinderen een belangrijke rol hebben in het opvoeden met de televisie. De ouders moeten ervoor zorgen dat de televisie het opvoeden niet overgaat nemen, want dan komt het geweld gemakkelijk bij de kinderen op de televisie, en kunnen ze het over gaan nemen. Meekijken met kinderen speelt ook een grote rol in het opnemen van het geweld. Eindconclusie. Na de vier hoofdstukken volgt nu de eindconclusie waarin ik een antwoord probeer te geven op de onderzoeksvraag.
Mijn hypothese was dat het geweld op de televisie geen invloed
zou hebben op kinderen die naar het geweld op de televisie
kijken.
Als een kind be‹vloed is zijn er meerdere uitwerkingen mogelijk. Deze uitwerkingen zijn:
Naschrift.
Als einde van deze documenatiemap, wil ik nog graag even iets
zeggen over het schrijven van deze map. Bibliografie.
|
||