Klacht over het A-team

logo

Nieuwsbrief
TV-geweld
2007 nr. 2



Aanleiding vormde het rapport van de Kring van Kritische Kijkers over de uitzending van 9 maart 2007 op RTL7 om 18 uur. Deze uitzending was voorzien van het pictogram voor geweld en van de classificatie 6, d.w.z. afgeraden voor kinderen beneden 6 jaar.
Binnen de Kring werd anders geoordeeld. De antwoorden die de 8 deelnemers gaven op vragen volgens de methode Kijkwijzer leidden bij 7 van hen tot de classificatie 12. Allen oordeelden de uitzending als indringend; 7 kruisten daarbij aan: ‘t.g.v. de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader’. Via de eigen vraagstelling van de Kring oordeelden de 8 deelnemers als volgt: een drietal 16 jaar; een tweetal 12; een tweetal 9 en één ‘niet vertonen’.
Dit resultaat leidde binnen de Werkgroep TV-geweld tot een verzoek aan mij om namens de werkgroep bij het NICAM een klacht in te dienen wegens te lage leeftijdsclassificatie.


De klacht
Door mij is namens de Werkgroep TV-geweld een klacht ingediend tegen de uitzending van 9 maart en als ‘natuurlijke persoon’ bovendien tegen de uitzending van 29 juni. Het laatste is uit voorzorg gedaan voor geval de klacht t.a.v. 9 maart niet ontvankelijk zou worden verklaard. De motivering luidde: ‘De uitzendingen vertoonden een te lage leeftijdsclassificering. Er kwam n.l. geweld in voor, uitvoerbaar door mensen en indringend door de hardheid van de geweldshandelingen en de hardheid van de daders. Toepassing van de Kijkwijzersleutel leidt daarbij tot de leeftijdsclassificatie van 12 jaar.’ In een nadere toelichting is o.a. het volgende gesteld: ‘In de aflevering op 29 juni werd in Zuid-Afrika de oude Griffin, eigenaar van een diamantmijn op weg daar naar toe door een bende opgewacht. Zijn auto werd in brand geschoten. Toen hij uit de auto de bende ontvluchtte werd het vuur op hem gericht. Uit het latere verhaal bleek hij daarbij te zijn gedood. Het A-team bood de dochter van de overleden eigenaar van de mijn, die het bedrijf wilde voortzetten, bescherming aan. Een eerste confrontatie met de bendeleden leidde tot hevig lijf-aan-lijfgeweld. Later toen het A-team met de dochter en een lading dynamiet op weg was naar de mijn werden ze, net als indertijd Griffin, opgewacht door bendeleden met automatische geweren. Er volgde een hevig vuurgevecht als in een oorlogssituatie. Het A-team won. Nabij de mijningang werden ze wederom opgewacht door de bende, nu met bovendien de bendeleider in zijn helikopter. Het A-team verschanste zich in de mijngang en fabriekte ondertussen een gepantserd voertuig behangen met dynamietstaven. Daarmee werd op de belegeraars ingereden! Een explosie volgde. Enfin, het A-team zegevierde.

In de aflevering van 9 maart vonden soortgelijke van hardheid getuigende geweldshandelingen plaats. Bovendien was daar het geval van het verhoor door de leider van het A-team van de arbeider in een crimineel garagebedrijf. Omdat deze aanvankelijk niets wilde zeggen werd zijn hoofd door de krachtpatser van het A-team tussen diens vuisten geklemd en de druk opgevoerd!

Uit het antwoord van het bureau van het NICAM
‘Uw klacht m.b.t. de aflevering van 9 maart kan helaas niet in behandeling worden genomen. Op grond van het Klachtenreglement moet de klacht zijn ontvangen binnen twee weken vanaf het moment waarop de klager kennis heeft genomen van de (vermeende) overtreding.’
‘Nadat wij de aflevering van 29 juni hebben bekeken, is het bureau van mening dat de gevechtshandelingen die te zien zijn, niet indringend zijn. Voorbeelden van indringend geweld zijn de gevechten in Charlie’s Angels en The Matrix, en de schietacties in Nikita en Miami Vice. Geen van de handelingen in de aflevering van 29 juni leidt naar de mening van het bureau tot een zichtbare verwonding. Iedereen die betrokken is bij een gevecht blijft ongewond. Ook zijn er geen close-ups van geweldshandelingen of wordt er door beeld of geluid pijn geaccentueerd bij de slachtoffers. Aan het begin van de aflevering wordt een man doodgeschoten, maar dit wordt niet in beeld getoond. Het wordt slechts gesuggereerd.
Op grond van bovenstaande uitleg is het bureau van mening dat deze aflevering van The A-team terecht de classificatie 6 op basis van geweld heeft.’

Klachtencommissie
Vervolgens heb ik van de uitnodiging gebruik gemaakt mijn klacht voor te leggen aan de onafhankelijke Klachtencommissie van het NICAM.
Uit mijn brief aan de voorzitter van die commissie:
‘In het geding is het moeilijkste van de vier criteria die bij de classificatie op geweld worden gehanteerd, n.l. dat van de indringendheid. Nadere jurisprudentie is daarom van belang.’
‘Ingaande op de uitleg van het bureau merk ik op dat het hele verhaal draait om het feit dat de dochter de diamantmijn, na de moord op haar vader, onder bescherming van het A-team wil voortzetten. De moord wordt dus meer dan gesuggereerd. De opmerkingen van het bureau over het ontbreken van zichtbare verwondingen zijn niet relevant. Verwondingen vormen geen onderdeel van mijn klacht. Ze betreffen een ander criterium. Het punt waarop mijn klacht wèl gebaseerd is, is dat van de indringendheid en met name die door de hardheid van de gevechtshandelingen en vooral op die van de hardheid van de daders. Hierop gaat de uitleg van het bureau in het geheel niet in.

Indringendheid achilleshiel
Uit activiteiten met de Kring van Kritische Kijkers is me gebleken dat van de vier criteria die gebruikt worden bij de Kijkwijzersleutel t.a.v. geweld, dat van de indringendheid het meest discutabel is. Of er sprake is van fysiek geweld, van uitvoerbaarheid, van zichtbare ernstige verwondingen t.g.v. zichtbare geweldhandelingen, dit alles kan vrij objectief worden vastgesteld. Het criterium van indringendheid is, hoe men het wendt of keert, toch omgeven met zekere subjectiviteit. Om dit wat te ondervangen zijn er voorbeelden gegeven van indringende en niet indringende producties. Die vormen een steun in de rug voor de codeurs, maar ook niet meer dan dat. Ook de opmerkingen bij vraag 2.3.1 van het classificatieformulier, dat indringendheid bijvoorbeeld kan worden gerealiseerd d.m.v. opzwepende muziek en geluidseffecten, door slow motion, door close-ups, door het accentueren van pijn, laten onverlet dat indringendheid ook door iets anders kan zijn bewerkstelligd. In de uitzending van 29 juni was dat het geval.
In die uitzending, afgeraden voor kinderen beneden 6 jaar, werd de jeugdige kijker o.a. geconfronteerd met het meedogenloze optreden van twee bendeleden die onbewogen (keihard) hun wapens op de vluchtende Griffin leegschoten. In vroeger tijden heette dat: ‘Auf der Flucht erschoszen’.

Over realiteisgehalte en geloofwaardigheid
Voor kinderen met een behoorlijke sociale intelligentie kan zoiets schokkend zijn. Voor alle kinderen geldt dat het schadelijk kan zijn, tenzij het programma als niet geloofwaardig wordt ervaren. Jonge kinderen kunnen echter nog niet voldoende relativeren. In ‘Kind en Media’ van Peter Nikken wordt in deze een leeftijdsgrens van 9 jaar genoemd. Ook in de verantwoording van Kijkwijzer wordt van het verschijnsel gewag gemaakt, zij het zonder het noemen van een leeftijdsgrens.

Mijn argumenten
Mijn brief aan de voorzitter besloot ik met het verzoek aan de Klachtencommissie om zich uit te spreken over de volgende argumenten:
  1. Het in de uitzending vertoonde geweld dient op grond van de eerder genoemde scènes als indringend te worden aangemerkt.
  2. Voorbeelden van andere films e.d. dienen bij de toepassing van Kijkwijzer als aanwijzing, als hulpmiddel. Het ontslaat de codeur niet van de verplichting ook het element van de hardheid van de dader op zijn eigen merites te beoordelen. In de geschetste scène, waarin in koelen bloede door gewapende lieden een laffe moord wordt gepleegd op een wegvluchtend slachtoffer, is geen opzwepende muziek of een beeld van het lijk nodig om de hardheid van de daders te registreren.
  3. Kinderen beneden 9 jaar dienen zonder meer gevrijwaard te worden van indringend geweld, ook in uitzendingen als die van ‘The A-team’, die volgens vele ouderen geen of weinig realiteitsgehalte hebben. Een leeftijdsaanduiding van 12 jaar en ook geen promo’s voor 20 uur, dient te worden nagestreefd.
Tenslotte merkte ik nog op dat het niet mijn bedoeling is om de betreffende omroep in de beklaagdenbank te zetten. Zorg om de ontoereikende uitvoering van Kijkwijzer staat centraal.

De zitting
De zitting van de Klachtencommissie vond plaats op 12 september 2007 in het gebouw van een advocatenkantoor in Amsterdam. RTL had wel een verweerschrift ingestuurd maar maakte geen gebruik van het recht op de zitting een nadere toelichting te geven. Inhoudelijk had men zich kunnen vinden in de conclusie van het bureau van het NICAM.
Door mij is van dat recht wel gebruik gemaakt aan de hand van een in overleg met Chris Geerse opgestelde pleitnota.
Ik begon met te zeggen dat ik blij was met de gelegenheid om de zaak aan de commissie te kunnen toelichten en ging verder met:
Niet ter discussie staat dat de aflevering geweld bevat, uitvoerbaar door mensen. Evenmin is er meningsverschil t.a.v. het criterium ‘verwondingen’. Ook door mij wordt onderschreven dat nergens in de aflevering verwondingen in beeld zijn gebracht, laat staan ernstige verwondingen.
Het verschil van inzicht betreft het vierde criterium, n.l. dat van de indringendheid en met name zoals dit is geformuleerd in vraag 2.3.1a van het classificatieformulier, n.l. ‘indringend door de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader’.
Indringendheid is de moeilijkste van de criteria. Terwijl voor de andere eenvoudig naar de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde beelden kan worden verwezen, is dit bij indringendheid niet het geval. Als steun in de rug van de codeurs worden voorbeelden gegeven. Die geven een aanwijzing, maar ook niet meer dan dat, het bevat geen norm. De opmerking in de brief van het bureau dat in de aflevering niemand gewond raakt, betreft niet alleen een ander criterium, maar levert t.a.v. indringendheid ook niets meer op dan een vermoeden. Ook de constatering dat er geen gebruik is gemaakt van close-ups e.d. geeft geen uitsluitsel over al of niet indringend geweld in de aflevering.
In de brief van het bureau is helaas geen aandacht geschonken aan vraag 2.3.1a van het classificatieformulier. Dit is jammer omdat juist voor een serie als het A-team hierin de sleutel ligt voor klaarheid over mogelijk indringend geweld.

Binnen onze Werkgroep TV-geweld is gebrainstormd over de in 2.3.1a genoemde begrippen. Daarbij werd het volgende vastgesteld.
Ten eerste: Bij ‘hardheid van geweldshandelingen’ gaat het in wezen om een eigenschap van die handelingen. Geweldshandelingen in een film worden er niet minder hard door wanneer de filmmaker ons geen beelden laat zien van de gevolgen ervan. Hieruit volgt dat de hardheid van geweldshandelingen, ook bij een film, beoordeeld moeten worden naar de gevolgen die ze in de realiteit doorgaans en logischerwijs zouden hebben.
Toegepast op The A-team dienen de geweldshandelingen in de aflevering als hard te worden aangemerkt:
  1. Omdat veel geweldshandelingen zich hoog in het geweldsspectrum afspelen. Het A-team treedt met militair aandoende wapens op tegen criminelen. Wapens die de politie nimmer zou mogen gebruiken, juist vanwege hun hardheid. Voorbeeld hier is de constructie van een gepantserd voertuigje, dat een enorme explosie veroorzaakt.
  2. Omdat tussen de criminelen en het A-team een soort oorlogsituatie ontstaat waar­in het veel harder toegaat dan bij misdaadbestrijding gebruikelijk. Voorbeeld is de grote schietpartij, maar in feite straalt de gehele setting dit uit.
  3. Omdat als er in werkelijk zou worden opgetreden zoals het A-team doet, dit niet alleen schokkende beelden zou opleveren, maar ook de rechtsorde ernstig zou schokken.
Ten tweede: Bij ‘hardheid van de dader’ gaat het in wezen ook om een eigenschap. Ook hier spelen de al dan niet getoonde gevolgen geen rol. Het gaat om een karaktertrek of in elk geval een gedrag dat hij vertoont. Hardheid van personen moet blijken uit de productie maar hoeft niet in afzonderlijke beelden aanwijsbaar te zijn. Doorslaggevend is wat overkomt bij de kijker, bewust of onbewust.
Waaruit blijkt de hardheid van de dader?
  1. Uit de hardheid van de geweldhandelingen die hij pleegt.
  2. Uit de vanzelfsprekendheid waarmee hij deze pleegt.
  3. Uit zijn onbekommerdheid t.a.v. de gevolgen.
Een duidelijk voorbeeld van harde daders in de aflevering zijn de criminelen die de eigenaar van de mijn op de vlucht doodschieten.
Wellicht nog belangrijker is de hardheid van leden van het A-team. Zij voldoen aan alle bovengenoemde punten. Daarbij komt nog dat uit onderzoek bekend is dat de indringendheid toeneemt als het gaat om sympathieke hoofdpersonen, als gerechtvaardigd voorgesteld geweld en beloond geweld. Al deze aspecten zijn aanwezig bij het A-team.

Mijn pleidooi besloot ik als volgt. ‘De serie The A-team wordt nu alweer vele maanden volgens een vaste formule 5 dagen per week tegen etenstijd (de meest cruciale tijd in een gezin met kinderen) uitgezonden. Dit versterkt de mogelijke schade. Door de voortdurende herhaling van dezelfde soort scenes van hard geweld zonder de beelden van de gevolgen ervan wordt hun besef van de gevolgen van harde geweldshandelingen aangetast. Bovendien kunnen ze er, vanwege het nabootsingseffect, beduidend agressiever door worden. Een classificatie van 12 ligt m.i. in de rede.’

De uitspraak
Op 19 oktober 2007 kwam de Klachtencommissie tot een uitspraak. RTL kreeg een boete van €2000 wegens het maken van een procedurefout. De leeftijdsclassificatie bleef echter 6 jaar.
De commissie voerde zelf een volledige classificatie van de aflevering uit. Dat hoort zo, maar leidde wel tot een lange tekst waarin allerlei punten aan de orde komen waarover ik helemaal niet geklaagd heb.
Waar het wel om ging werd in een paar zinnen afgedaan. Vraag 2.3.1 over indringendheid met ‘nooit’ beantwoordend, zegt zij: ‘De Klachtencommissie wenst vervolgens op te merken dat het systeem van Kijkwijzer is gericht op het classificeren van wat zichtbaar in beeld is. De suggestie van iemand die vermoord wordt, kan dan ook niet meegenomen worden in de classificatie.’ Meer wist de commissie niet aan te voeren om te motiveren waarom ze de aflevering niet indringend vond. Opvallend is dat categorisch wordt gezwegen over de hardheid van geweldshandelingen en daders, terwijl mijn klacht juist daarover ging en er in het classificatieformulier een afzonderlijke sub-vraag aan is gewijd.
De gedachte dringt zich op dat de reden hiervan gezocht moet worden in het systeem van Kijkwijzer of althans in de bestaande uitvoeringspraktijk. Op zichzelf is dit heel kwalijk. Het zou betekenen dat geaccepteerd wordt dat de jeugd op veel te jonge leeftijd geconfronteerd wordt met voor hen schadelijke vertoning van geweld zonder mededogen.

In beroep
Inmiddels heb ik gebruik gemaakt van de mogelijkheid om van een uitspraak van de Klachtencommissie in beroep te gaan bij de Commissie van Beroep. In mijn beroepschrift heb ik mij erover beklaagd dat de Klachtencommissie onvoldoende in ingegaan op mijn klachten en haar gebrekkige motivatie bovendien onjuist is. Kijkwijzer ziet n.l. niet alleen op wat zichtbaar in beeld is. Bij het punt ‘indringendheid’ en daar gaat het hier om, worden door Kijkwijzer zelf nadrukkelijk voorbeelden gegeven die betrekking hebben op overgebrachte emoties.
Wat de kern van de zaak betreft kon ik in het beroepschrift weinig nieuws melden, mijn bezwaren tegen het A-team zijn onweerlegd en blijven volledig overeind.

Koos de Beus