Het beste voor het kind

Nieuwsbrief
TV-geweld
2003 nr. 1

naar hoofdmenu terug naar vorige pagina

naar inhoudsopgave info over de werkgroep naar reactieformulier

Onder deze titel organiseerde het VU-podium van de Vrije Universiteit Utrecht een 3-tal forumdiscussies. Naast 'Kinderopvang' en 'Gezinspolitiek', was 'Mediageweld' het onderwerp waarvoor medewerking was gevraagd van de werkgroep.
Organisator Koos Neuvel had Jeroen Jansz (psycholoog aan de Universiteit van Amsterdam), Wim Bekkers (directeur van het NICAM) en ondergetekende van de werkgroep uitgenodigd voor een inleiding van max. 15 minuten.

Jammer genoeg waren slechts 10 belangstellenden voor dit onderwerp komen opdagen. Deze lage belangstelling is ook waarneembaar t.a.v. het aantal ouderavonden op basisscholen. Gaf ik in de jaren '80 en '90 soms 10 ouderavonden per jaar over Kind en TV in de regio Twente, nu nog hoogstens 2 per jaar. Bij een telefonische enquête onder collega-inleiders blijkt deze tendens ook landelijk zich te hebben voorgedaan.
Aanleiding tot dit onderwerp als forumdiscussie was een artikel in het blad Science over een onderzoek in Amerika, dat uitwees dat hoe meer jongeren naar tv kijken, des te groter de kans op agressief gedrag. (Zie hierover de vorige Nieuwsbrief.)
Jeroen Jansz benadrukte dat het zoeken naar grenzen, vooral bij jongens, een natuurlijk gegeven is en dat zij de gelegenheid moeten houden om dit te bewijzen in o.a.. lichamelijk uiten van hun kracht die moeilijk te onderdrukken is. Dat dit een uiting vindt in vandalisme, supportersrellen en andere geweldsuitingen is iets dat we hoogstens kunnen proberen te kanaliseren. Dat zoeken en soms overschrijden van grenzen zal blijven. Veel kijken naar geweld op tv is wellicht maar een deel van de oorzaak. Het min of meer accepteren van dat zoeken naar grenzen door vooral jongens, wekte bij de toehoorders nogal wat reactie op in de discussie na de pauze.

Wim Bekkers, directeur van de NICAM, beschreef het functioneren van de Kijkwijzer en gaf aan dat ouders veel baat hebben van de pictogrammen bij het bepalen van de programmakeuze voor hun kinderen.
Hij erkende dat ook gewelddadige tekenfilms van een pictogram voorzien zouden moeten worden. Hierover is men in gesprek met de omroepen. Ook zouden series als Inspector Morse, die werd uitgezonden om 9 uur, een ander pictogram dan "meekijken beneden 6 jaar" mogen krijgen.

Ik begon mijn inleiding met de volgende stelling:
Als je als opvoeder niet wilt dat je kind nu en later problemen met fysiek of verbaal geweld oplost, moet je dat ook niet toestaan in zijn of haar tv- en computerwereld.
Nieuws, reclame, fictie, bijna alle vormen van tv hebben invloed op ons gedrag en meningsvorming. De mate waarin hangt bij kinderen o.a. af van het milieu waarin ze opgroeien
Bepalend voor mij is het feit of je als opvoeder kinderen wilt beschermen, weerbaar wilt maken en opvoeden naar een standpunt t.a.v. het gebruik van geweld in het dagelijks leven en in fictie die, tussen haakjes, vaak nauwelijks van de werkelijkheid is te onderscheiden. Een Kijkwijzer en het attenderen van omroepen, overheid en commercie op hun verantwoordelijkheid, zal maar tendele helpen. Geweld is spannend en zal voor omroepen een kijkcijfer-verhogende factor blijven. Ook bij computerspelen zal dit een rol blijven spelen in de omzet.
Een grote verantwoordelijkheid ligt daarom bij ouders en school.
Scholen hebben een taak op het gebied van massa-media kinderen kritisch te leren kijken en ze o.a. te leren dat problemen niet vanzelfsprekend met geweld worden opgelost.
N.a.v. een groot onderzoek van de Leidse psycholoog Tom v.d. Voort in de jaren tachtig naar de invloed van tv-geweld op kinderen, zond de Ned. Onderwijs Televisie 3 series uit voor de bovenbouw van de basisschool. Deze series onder de titel "Anders TV Kijken" waren een handleiding voor leerkrachten en kinderen om in gesprek te komen over echt en gespeeld geweld, nieuws en o.a. soaps. Een eenmalig initiatief dat nodig herhaald moet worden in een aangepaste vorm.

Nu zijn er ook goede mogelijkheden binnen de bestaande vakken om kinderen goed met elkaar te leren omgaan en de tv daar bij te betrekken.

  • Catechese en Humanistisch vormingsonderwijs. (Hoe ga je met elkaar om? Hoe gaat dat bv. in GTST?)
  • Consumenteneducatie. (O.a. de invloed van reclame.)
  • Actualiteiten op tv. (Hoe gaan we met kinderen om als ze zien hoe volwassenen problemen oplossen?)
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling. (Beter omgaan met elkaar. Een hot item in de basisschool en een veel gevraagd begeleidingsonderwerp.)
De school kan niet zonder dialoog met de ouders als het gaat over opvoedingsonderwerpen. Het is te gemakkelijk om als school te zeggen dat massa-media opvoeding maar door de ouders moet gebeuren. Beide moeten hun verantwoordelijkheid nemen en er wat mee doen.
In de genoemde jaren 80 was er veel meer aandacht voor de invloed van tv. op kinderen. Het lijkt erop dat de stortvloed van tv en computer impressies zo groot is, dat opvoeders er geen greep meer op hebben. Gaan we met de normen- en waardendiscussie toch weer de goede kant op, of blijft het bij mooie woorden en durft men als opvoeders thuis en op school de discussie en de consequenties niet aan?

Han Haanstra

hoofdmenu    inhoudsopgave    de werkgroep

Updated: 8 juli 2003